Qualitate Qua
Recht op beperkingen
De ICT’er van vandaag is de ICT’er van morgen van gisteren. Of toch niet? Hoopten we gisteren dat de ICT’er van morgen iets anders zou zijn dan de ICT’er van vandaag is? Het is gemakkelijker vragen te stellen dan antwoorden te geven. Het is de ICT’er verweten een sociaal onbenul te zijn. Voor zover dat betrekking had op mij: dat klopt voor een groot deel wel, maar ik mag natuurlijk niet voor mijn collega’s spreken. Maar is de ICT’er als mens eigenlijk wel belangrijk? Heeft de gemiddelde opdrachtgever niet liever een wizard die na een vraag-antwoordspelletje zonder enige menselijke interventie het gewenste systeem installeert? En hoeveel geeft een gebruiker nu echt om de helpdeskmedewerker? Voor die opdrachtgevers en gebruikers heb ik slecht nieuws: als je ouder bent dan 25, zit het er niet in dat je voor je pensionering van de ICT’er af bent. En dat maakt de vraag naar de ideale ICT’er van morgen weer interessant. Zoals de vragen naar de noodzaak van de mens achter de ICT’er al doen vermoeden, komt het antwoord er op neer dat resultaatgerichtheid bovenaan de lijst staat. Net zoals dat gaat bij een tandarts of een slager, tellen vriendelijkheid en begrijpend zijn pas mee als het resultaat is geleverd. Hoe zit het dan met het sociale intellect, waar wordt dat belangrijk? Echte klantgerichtheid is dé sleutel tot succes.
Echte klantgerichtheid impliceert interesse, de positie van de klant - opdrachtgever, gebruiker - innemen en van daaruit naar jezelf en je resultaten kijken. Dan lever je niet wat wordt gevraagd, maar wat wordt bedoeld. Het aardigste voorbeeld dat ik ken is oud, maar legt de vinger zo mooi op de zere plek: als je klant het eeuwige leven vraagt terwijl hij eeuwige jeugd bedoelt, is de kans dat je levert wat hij verlangt ó zo klein. En ik ben bang dat doorvragen niet helpt. Je in zijn positie inleven en je verbeelding gebruiken? Misschien een beetje. Samenwerken? Natuurlijk. Oordeelsvorming? Sure thing. Besluitvaardig? Hoe anders. Oog voor detail? The devil’s in the details. Dus... Ondernemend, flexibel, creatief, met visie, initiatiefrijk, gedisciplineerd. Het wordt een schaap met zo veel poten dat er van lopen niets meer komt. We ontkomen er niet aan dat de ICT’er van morgen een team is. Een team dat alle competenties heeft om de organisatie te leveren wat zij nodig heeft. Elk lid van dat team moet zijn vak verstaan - de kiespijn moet worden weggewerkt - en van al die andere zaken moet iedereen wat voor zijn rekening nemen. En zo heeft elke ICT’er de kans gewoon een mens te zijn, met goed ontwikkelde en minder goed ontwikkelde kanten. Net als bij opdrachtgevers en gebruikers. Toch?