Evolutietheorie en organisatiestrategie
Het belang van evolutionaire processen voor de strategieontwikkeling
Bijlage 2: Evolutie, een beladen begrip
Natuurlijke selectie zoals omschreven door Darwin is een algoritmisch, doelloos proces (Dennett 1995: 37-42; 57-59), en dat betekent dat er sinds Darwin op existentiële waarom-vragen geen (bevredigend) antwoord mogelijk is. Campbell formuleert het als volgt:
We must remember the prior understandings that Darwin and his generation were contending with: the pervasive assumption was that evolution had proceeded by wise changes, by deliberate, planned, appropriate variations. (…) Darwin changed al this by making the improved fit a function of selection after the fact. Rather than to foresighted variations, design is due to the hindsight of a selective system. (1974b: 144, cursivering toegevoegd).
Met name het doelloze karakter maakt ‘evolutie’ tot een beladen begrip. Dat emoties in deze discussies een rol spelen, blijkt bijvoorbeeld uit het volgende, niet waardevrije citaat van Dawkins:
But, religious answers apart (I am familiar with them, save your stamp), when you are actually challenged to think of pre-Darwinian answers to the questions ‘What is man?’ ‘Is there a meaning to life?’ ‘What are we for?’, can you, as a matter of fact, think of any that are not now worthless except for their (considerable) historic interest? There is such a thing as being just plain wrong, and that is what, before 1859, all answers to those questions were.’ (1989: 267).
Dennett brengt het, ook niet geheel waardevrij, als volgt onder woorden:
Darwins theorie is door vriend en vijand misbruikt en verkeerd voorgesteld. Hij is misbruikt om wetenschappelijk aanzien te verlenen aan weerzinwekkende politieke en sociale doctrines. Hij is op karikaturale wijze aan de kaak gesteld door tegenstanders, waarvan sommigen hem op scholen lieten concurreren met de ‘creatie-leer’, een pathetisch ratjetoe van godsdienstige pseudo-wetenschap.’ (1995: 4).
Dennett refereert hier aan de onverenigbaarheid van evolutie en religie, en aan het in wetenschappelijke zin onjuiste gebruik van het evolutionaire perspectief voor politieke doeleinden: het Panglossianisme [1] van Spencer in de tweede helft van de 19de eeuw, en de eugenetische praktijken van de Nazi’s in de eerste helft van de 20ste eeuw. Hierdoor is het begrip ‘evolutie’ in de sociale wetenschappen lange tijd taboe geweest (Campbell 1965: 23-26; Theunissen 2000); daarin is pas in de jaren tachtig echt verandering gekomen. Dat die situatie intussen ingrijpend is veranderd blijkt uit het volgende citaat van Goudsblom & Wilterdink:
Een andere reden om sociaal-culturele processen met de term ‘evolutie’ aan te duiden is dat zij als in bepaalde opzichten analoog aan biologische evolutieprocessen worden opgevat. De veronderstelling is dat in de dynamiek van sociaal-culturele veranderingen soortgelijke mechanismen werkzaam zijn als in de biologische evolutie, uitgedrukt in begrippen als variatie, selectie, adaptatie, overleving, reproductie, concurrentie en symbiose.’ (2000: 11). De biologische evolutietheorie staat in wetenschappelijke zin niet ter discussie, en uit bovenstaand citaat blijkt dat ook in andere disciplines evolutionaire inzichten terrein winnen. Dat ‘evolutie’ in de Verenigde Staten maatschappelijk evenwel nog steeds een beladen begrip is, blijkt uit het onderzoek dat Gallup regelmatig doet naar de overtuiging van het Amerikaanse publiek [2]:
The Gallup Organizations periodically asks the American public about their beliefs on evolution and creation. They have conducted a poll of U.S. adults in 1982, 1991, 1993 and 1997. By keeping their wording identical, each year's results are comparable to the others. (…)1997-NOV data is little changed. Note the massive differences between the beliefs of the general population and of scientists:
Belief system | Creationist view | Theistic evolution | Naturalistic Evolution |
Group of adults | God created man pretty much in his present form at one time within the last 10,000 years. | Man has developed over millions of years from less advanced forms of life, but God guided this process, including man's creation. | Man has developed over millions of years from less advanced forms of life. God had no part in this process. |
Everyone | 44% | 39% | 10% |
Scientists | 5% | 40% | 55% |
Deze cijfers, in combinatie met het gegeven dat management science een Amerikaans product is – ‘In its contemporary form the field of management is a United States invention and export’ (Pettigrew e.a. 2002: 4), zijn indicatief voor de moeizame acceptatie van aan de biologische evolutie ontleende inzichten.
voetnoten bij bijlage 2:
[1] De uitspraak ‘Als er van alle mogelijke werelden niet één beter was geweest dan de rest, zou God er nooit één geschapen hebben’ is van Leibniz. De term Panglossianisme dank zijn naam aan dr. Pangloss, een karikatuur van Leibniz, die in Candide van Voltaire elke calamiteit of afwijking rationaliseert en aantoont dat dit de beste oplossing was. Spencer wordt Panglossianisme verweten omdat hij het in de natuur voorkomen van verschijnselen gebruikte als argument voor hun goed-zijn. (Ontleend aan Dennett 1995: 248.)
[2] Bron: http://www.religioustolerance.org/ev_publi.htm, 25 mei 2002.
Wil Leeuwis, doctoraalscriptie bedrijfskunde, juni 2002